Ondanks dat Het Paleis van Typografisch Metselwerk geen specifiek departement kent dat toegewijd is aan de techniek, is er sprake van een continue beïnvloeding van de praktijk van de grafisch vormgever door technologische ontwikkelingen. Ook digitale innovaties hebben daarmee impact op zowel ontwerp als ontwerpmethode. Luna Maurer van studio Moniker en grafisch ontwerper William Jacobson zijn uitgenodigd om te spreken over deze relatie tussen ‘mens en machine.’ Welke invloed heeft de hedendaagse digitale innovaties als kunstmatige intelligentie op de discipline van de grafische vormgeving?
Vanuit de Zweedse ontwerper William Jacobson, afgestudeerd aan de Gerrit Rietveld Academie en Royal College of Art in London, ontstaat een antwoord op het vraagstuk dat zich richt op het opzoeken en verder uitdagen van de grenzen. Naar eigen zeggen is hij aangetrokken tot disruptieve uitingen van de typografie die het samensmelten van woord en beeld tot stand brengen, zoals naar vandalistisch neigende graffiti. Zo omarmt hij, met het project A Thesis on Generative Written Language, de kunstmatige intelligentie om de door mens bedachte typografische conventies uit te dagen en hervormen tot beeldende uitingen. Het werk vormt een generatieve typografische compositie die de grenzen opzoekt in de opposities tussen mens en machine, maar ook orde en de chaos tegenover elkaar plaatst.
Daarmee laat het project goed zien dat het uitdagen en overtreden van de grenzen twee kanten op gaat. Het daagt de kunstmatige intelligentie uit om de natuurlijke taal van de digitale omgeving, bestaande uit code en data, in te ruilen voor visuele expressie. Gelijktijdig daagt het de menselijke toeschouwer uit om de betekenis van de generatieve verbeelding te interpreteren. Grensoverschrijdend gedrag in de verstandhouding tussen mens en machine lijkt hierbij plaats te vinden wanneer, zoals ook Jacobson erkent, de generatieve uitkomst onherkenbaar wordt. Zo vormt het meer dan tweehonderd pagina’s tellende boek A Thesis on Generative Written Language, een experimentele visuele vertaalslag van hoe het creatieve agentschap van de mens zich verhoudt tot het systeem denken van de (digitale-) machine.

Voor Luna Maurer, medeoprichter van studio Moniker in 2012 samen met Roel Wouters en destijds Jonathan Puckey, is de relatie tussen mens en de machine gelegen in de interactie. Zo neemt het lichaam, of de digitale representatie van het lichaam, een prominente rol in de op participatie en interactie gebaseerde werkmethode van studio Moniker. Hier refereert Luna Maurer naar de notie van ‘conditionele vormgeving,’ waarbij niet de uitkomst ontworpen wordt, maar juist de spelregels van het proces worden bepaald. Het ontwerp is daarmee het eindresultaat van de geconditioneerde interactie. Zo nodigt Moniker uit in Repeat After Me om door op voorgedragen zinnen te reageren een eerbetoon te brengen aan de bijgeluiden en intonatie van menselijke verbale communicatie, ofwel, de stem. De relatie tussen mens en machine lijkt daarmee vooral te duiden op de onschatbare waarde van de expressie en nuances in de emotionele conditie van de mens die zich niet evenredig vertalen naar interactieve digitale ontwikkelingen.
Dit schemert ook door in het project Office for Screenless Technology – Emotional Talks, waarbij Luna Maurer en Roel Wouters zelf de digitale beeldtaal van emotionele expressie omarmen, namelijk door zich te schminken als emoji’s. Waar voor de techno-utopist het gebrek aan expressie ruimte biedt voor het verder ontwikkelen van kunstmatige intelligentie, duidt het voor Luna Maurer juist op de kernwaarde van het menselijke in de verstandhouding met de machine. Toch is er ook een duidelijke teleurstelling in de digitale ontwikkelingen.
Wat leek te ontwikkelen in een open wereld van verbonden en interactieve digitale netwerken is gedurende de laatste decennia steeds meer gereduceerd tot gesloten en beperkte mediakanalen in de grip van technische giganten (Big Tech). Niet een vrije omgeving waar participatie centraal staat maar een kader van ‘templates’ en ‘sociale media.’ “Het open netwerk is dood en het platform leeft,” aldus Luna Maurer. Wanneer we mens tegenover machine zetten, zien we al snel dat er sprake is van een afhankelijkheidsrelatie. Niet alleen zijn werk gerelateerde activiteiten afhankelijk van apparatuur, maar worden ook sociale interacties toenemend afhankelijk van digitale media en de machines die dat in stand houden. Hiermee resoneert een waarschuwing dat we ons niet mogen laten misleiden door de schijnbare afwezigheid van materiele condities en arbeidsrelaties. De digitale omgeving is geen immateriële conditie die de mens ontlast van werk, zoals een utopisch denkgoed ons kan doen geloven, maar een verdien model voor financieel gedreven organisaties afhankelijk van datacenters en kostbare mineralen. Kunstmatige intelligentie, bijvoorbeeld, is geen almachtige immateriële wolk maar wordt mogelijk gemaakt door onmisbare grondstoffen waaronder neodymium, kobalt en lithium en de exploitatie van arbeidskracht voor het verkrijgen en verwerken van de grondstoffen. Misschien toch reden genoeg om in Het Paleis van Typografisch Metselwerk een hoekje toe te wijden in het departement van de praktijk aan de arbeidsrelatie tussen mens en machine.
Verder lezen en kijken…
Paul Saffo, “The Place of Originality in the Information Age.” In Looking Closer 2: Critical Writings on Graphic Design, Vol. 2., edited by Michael Bierut and Steven Heller, 94-97. New York: Allworth Press, 1997.
Ruben Pater, “Designer as Hacker” in Caps Lock: How capitalism took hold of graphic design, and how to escape from it, 369-397. Amsterdam, Valiz, 2012.
VPRO Tegenlicht: de prijs van AI, regie door Marije Meerman, VPRO, 2023