Nieuws

Gesprekken in het Paleis
Nieuwe benaderingen van typografie 
en letterontwerp

Pas op, kom gerust verder maar struikel niet over de ornamentele bakstenen of de elementen van spel en kijk uit met je hoofd voor het laaghangende kabinet van constructie. Kies een stoel en neem plaats, de lakeien van de praktijk zullen weldra het woord overnemen. 

Wie schrijft over Het Paleis van Typografisch Metselwerk ontkomt er niet aan om trouw te blijven aan de ruimtelijke analogie, die als bewaarplaats dient voor het culturele erfgoed van de visuele communicatie. Graphic Matters faciliteert de pop-up tentoonstelling van Het Paleis van Typografisch Metselwerk, waarbij tien kabinetten de collectie vertonen in de imposante en eeuwenoude Grote Kerk van Breda. Niet alleen zijn er rondleidingen maar ook verzorgen de ‘Paleis Talks’ bijeenkomsten waarbij grafische vormgevers inzicht geven in hun praktijk en actuele ontwikkelingen.

Voor de eerste in een reeks van drie bijeenkomsten, zijn Benjamin McMillan en het ontwerpstudio Team Thursday uitgenodigd om te spreken over nieuwe benaderingen van de typografie. Maar waarom is hier eigenlijk een zoektocht ingezet naar een nieuwe benadering?

 

Benjamin McMillan
De recentelijk afgestudeerde Benjamin McMillan, die zichzelf beschrijft als ‘bad type constructor,’ geeft hier als eerste spreker een reactie op. Hij vertelt over verschillende projecten waaronder de publicatie Rush Print (2020) dat door de studentencommissie geselecteerd is voor de ‘Best Verzorgde Boeken,’ de ontwikkeling van een schrift voor de installatie van Femke Herregraven waarbij de notatie van de meteorologische observaties omgezet wordt naar de lettervormen van Wet Spells Script (2021), en het project House of Babel (2023) wat een bijdrage vormt aan Het Paleis van Typografisch Metselwerk van Richard Niessen. (afb. 1.) Vooral het project Full Auto Foundry, wat McMillan beschrijft als een op workshops gebaseerde letter uitgeverij, draagt bij aan het ontwikkelen van een radicale benadering van de typografie en letterontwerp. (afb. 2, 3.) 

Schetsen van lettervormen, uitgetekend op losse A4’tjes, passeren het mechanische oog van een eenvoudige scanner en worden door een ‘script’ uitgewerkt tot een gevectoriseerd en werkend lettertype. Het project ontstaat vanuit een dubbel ongenoegen. Ten eerste vanuit een gemis van spel, spontaniteit en gemeenschap in letterontwerp. Ten tweede een ongenoegen dat het uitwerken van ludieke lettervormen of impulsieve schetsen een dusdanige klus is, die vaardigheid en expertise vergt, waardoor de realisatie dikwijls stagneert. Full Auto Foundry brengt hier voor McMillan verandering in door alleen schetsmatige lettervormen te transformeren tot daadwerkelijk inzetbare lettertypes, maar bewerkstelligt ook de distributie doormiddel van een online en ‘open-source’ platform. 

Het project Full Auto Foundry staat hiermee in lijn met de traditie van het inzetten van technologie om arbeidsintensieve processen te vereenvoudigen. Daarmee is het gelegen in het verlengde van wat historicus Siegfried Giedion beschrijft in ‘Mechanization Takes Command’ (1948) de mechanisering van complexe ambachten benaderd en computerprogrammeur Al Sweigart die met ‘Automate the Boring Stuff with Python’ (2015) aanstuurt om de taal van het programmeren in te zetten ter vervanging van tijdrovende klussen. Expliciet interessant aan Full Auto Foundry is dat het de spontane en intuïtieve handgemaakte vormen vertaalt naar de digitale omgeving. Daarmee integreert het de ruwe en analoge lettervormen in de, op stramien en systeem gebaseerde, computer-esthetiek. 

Enerzijds de natte droom voor de postmodernistische vormgever, anderzijds de nachtmerrie voor de modernist. Niet voor niets beschrijft Benjamin McMillan het project dan ook doormiddel van een fascinatie voor ‘bad typography’, ofwel slechte typografie. Het is geen oordeel, maar een erkenning dat de letterontwerpen afwijken van conventionele benaderingen. Al eerder werd een dergelijke, op conventie beruste benadering, opgeschrokt. Namelijk door de postmodernistische bewegingen in de grafische vormgeving, die beïnvloed werden door de opkomst van digitale innovaties en vernieuwende inzichten in de taalwetenschap en filosofie. Het zette vraagtekens bij het alleenrecht van rationele communicatievormen over de benadering van de typografie. 

Zo beschrijft Steven Heller in ‘Cult of the ugly’ (1993) dat ‘lelijkheid’ werd ingezet als instrument om zich af te zetten tegen de beperkende restricties van de modernistische beweging in de vormgeving. Het duidt aan dat er dus zomaar een gelaagde betekenis schuil kan gaan in de ‘slechte typografie.’ Wellicht vormt het daarmee niet zo zeer ‘slechte typografie,’ wat een moreel oordeel met zich meedraagt, maar ‘ruwe typografie,’ om het schetsmatige en onbewerkte karakter van de letterontwerpen te erkennen. Toegegeven dat het afwijkt van de strenge conventies die rusten op de ontwikkeling van lettervormen, zijn het andere idealen die prevaleren over de ‘ruwe’ vormentaal. Dat is niet inherent slecht, maar een andere benadering van letterontwerp. 

Voor een publiek, vooral bestaande uit vormgevers en studenten, stuurt de Full Auto Foundry daarmee wel aan op opvolgende vraagstukken. Het resulteert namelijk in een arsenaal aan lettervormen waar wellicht lastig mee te werken is en een vormentaal die zeker niet voor ieder project geschikt zal zijn. Hoe ga je om met de ruwe typografie van Full Auto Foundry? Is het een verwaarlozing van de kennis omtrent letterontwerp, of juist een democratisering van uitdagende typografie?

Team Thursday
Vanuit ontwerpersduo Loes van Esch en Simone Trum, die samen de studio Team Thursday en tweede spreker van de ‘Paleis Talk’ vormen, ontstaat een aanvullende benadering van het letterontwerp. Namelijk gebaseerd op het implementeren van aangepaste lettervormen. De standaardisering en normatieve principes van een ‘neutrale typografie’ komen op losse schroeven te staan wanneer de lettervormen aangepast worden, niet om de leesbaarheid te bevorderen, maar om te fungeren als stijlelementen. Voor de tentoonstelling Daily Spins van Thomas Trum, bijvoorbeeld, vormen de zaalteksten zich rondom de brandmelders en stopcontacten die de zetspiegel van de ruimtelijke vormgeving onderbreken. In plaats dat de tekst zich keurig naast een stopcontact zou begeven, worden de elementen opgenomen in de typografische compositie. (afb. 4, 5.) 

 

Ook de poster series voor het reizende dansfestival Moving Futures in 2014 biedt de ruimte voor spontaniteit en intuïtie in het ontwerp. Hiervoor ontwerpt Team Thursday een affiche waarbij de informatie van de verschillende evenementen en locaties keurig volgens een stramien wordt opgezet. Vervolgens, doormiddel van participatie, wordt met een marker de desbetreffende locatie uitgelicht. Er ontstaat een soort geografie van markeerstiften die met handmatige lijntekening en ingekleurde marges resulteren in een divers en dynamisch allure. (afb. 6.) Geen poster is hetzelfde. Het is een genuanceerde benadering die zich niet radicaal afzet tegen normatieve principes van het letterontwerp, zoals Full Auto Foundry, maar aanpassingen en afwijkingen integreren in een ontwerppraktijk. Zo vormt het verschieten van de contouren en ankerpunten van het lettertype Lars, ontworpen door Mads Wildgaard en uitgegeven door Bold Decisions, de basis voor de visuele identiteit van de tentoonstelling Raketstart. (afb. 7.) Er wordt niet eenvoudig gebruikgemaakt van typografische lettervormen maar deze worden, in overleg, aangepast en ontwikkeld naar de functie en vraagstelling van het ontwerp. 

 

Het is een benadering van de typografie die letterontwerp niet ziet als een standaard of gegeven, maar als element van de vormgeving. In ‘The rules of typography according to crackpots experts’ (1996) beschrijft Jeffery Keedy dat de opkomst van typografie de kunde van het beletteren, als opmaat gemaakte lettervormen, heeft verdrongen. Zowel losse loden letters als digitale lettertypes vormen direct inzetbare instrumenten wat gezamenlijk resulteert in een systeem van standaarden. In andere woorden, het zijn standaard vormen die direct toepasbaar zijn. Enerzijds resulteert het in gemak en een uitgebreid aanbod aan toepasbare lettervormen. Anderzijds brengt de standaardisering van vorm en restrictieve principes van hoe het toegepast moet worden, net als de modernistische verheerlijking van het lettertype Helvetica, potentieel uniformiteit en een monocultuur met zich mee. In plaats daarvan stelt de benadering van de ‘aanpasbaarheid van typografie’ in staat om de elementen toe te eigenen. Het nodigt uit om lettervormen niet alleen in te zetten, maar te heroverwegen en bij te schaven ten behoeve van het overkoepelende grafische ontwerp. Het gaat hierbij niet om het ontwikkelen van een letterontwerp dat op zichzelf en in iedere situatie functioneert, maar op aangepaste lettervormen die een specifiek doel in de grafische vormgeving dienen. Daarmee zien Loes van Esch en Simone Trum zichzelf niet als letterontwerpers, maar juist als grafisch ontwerpers die de lettervormen inzetten en aanpassen. Typografie en letterontwerp zijn daarbij niet alleen het instrument van informatieoverdracht maar ook het instrument ter expressie van de visuele identiteit.

Het werk van Benjamin McMillan en het ontwerpersduo Loes van Esch en Simone Trum biedt inzage in benaderingen van de typografie die afwijken van gewoonlijke toepassingen van letterontwerp. Waarbij de Full Auto Foundry een radicaal alternatief vormt, biedt het werk van de studio Team Thursday inzage in het integreren van alternatieve lettervormen in de praktijk van de grafische vormgeving. Ondanks de verschillen zijn er vooral duidelijke overeenkomsten. 

Beide benaderingen zetten zich namelijk af van een restrictieve en pragmatistische kijk op de typografie als conventioneel systeem van standaarden. Een lettertype hoeft niet noodzakelijk een collectie aan gestructureerde en gestandaardiseerde lettervormen te zijn, noch per definitie onderhevig aan dogmatische en rationele conventies over het letterzetten. Doormiddel van ontwerp kunnen ook interactieve processen, spontaniteit, spel en intuïtie, onderdeel vormen van de besluitvorming en totstandkoming van de typografie. Daarmee zetten beide benaderingen zich af tegen een monocultuur die op de loer ligt als gevolg van het nastreven van objectiviteit, berust op neutraliteit en standaardisering.

Ook bieden beide benaderingen inzichten op hoe de grafische vormgeving zich kan verhouden tot de democratisering van de praktijk. Zowel Benjamin McMillan als Loes van Esch en Simone Trum erkennen eerder als amateur dan gespecialiseerde letterontwerper te werk te gaan.  Allicht is het goed om onszelf te herinneren dat het woord ‘amateur’ afkomstig is uit het Latijn (amāre) en duidt op het liefhebben. Waar het synoniem is komen te staan voor ondeskundigheid, stuurt het in plaats daarvan juist aan op een passievolle betrokkenheid. Niet alleen dragen de grafisch ontwerpers daarmee als amateurs bij aan de democratisering van het letterontwerpen, maar staat voor beide de participatie van amateurs, samenwerking en gemeenschap centraal in de ontwerpprocessen van projecten als Full Auto Foundry en de posterserie Moving Futures.

Diffuus ontwerp
In ‘Design, When Everybody Designs: An Introduction to Design for Social Innovation’ splijt Ezio Manzini dan ook het veld van de vormgeving in twee categorieën; diffuus ontwerp en expert ontwerp. Het duidt daarmee niet op een hiërarchie, maar op een erkenning van de bijdrage in de vormgeving van participanten zonder training, ontwerp gerelateerde educatie, of uitoefening van de praktijk op professionele basis. Waar Full Auto Foundry in directe aanstuurt op een inclusie van amateurisme en democratisering van letterontwerp, lijkt ook de posterserie Moving Futures een voorbeeld voor de integratie van gemeenschap, interactie en een handmatige werkwijze in de praktijk van de grafische vormgeving. Hierbij fungeren Loes van Esch en Simone Trum als ‘expert ontwerp’ voor de ontwikkeling van een informatief stramien dat aangevuld wordt met het ‘diffuus ontwerp’ van de markeerstift.

De benaderingen van het letterontwerp bieden een alternatieve kijk op typografie en letterontwerp.

Het wijkt daarmee af van een conventionele opvatting die letters ziet als een gestandaardiseerd component van de vormgeving. Ook digitale kanalen lijken toenemend beïnvloed door het gestandaardiseerde stramien (templates), het interactief testen van de paginaopmaak (A/B tests) en het beperken van het aantal lettertypes dat in gebruik genomen wordt. Het stuurt aan op een monocultuur en daarmee het belang om de elementen van stijl, vormentaal en typografie te heroverwegen. 

Samen bieden de twee benaderingen een erkenning van de diversiteit in de grafische vormgeving en een suggestie om dit te faciliteren in een visuele vertaalslag. Zo vindt de ontwerppraktijk van zowel Benjamin McMillan als Team Thursday aansluiting bij Het Paleis van Typografisch Metselwerk wat een pleidooi vormt voor de verscheidenheid van de grafische talen en hun waarde binnen onze samenleving. Het is daarom ook geen toeval dat beide praktijken een bijdrage hebben geleverd aan het gesamtkunstwerk dat nog tot en met 18 juni te zien zal zijn in de Grote Kerk van Breda. Met passievolle betrokkenheid, professionalisme en amateurisme, zijn de kabinetten van Het Paleis van Typografisch Metselwerk tot de nok gevuld met aangepaste lettervormen en ruwe typografie die uitdagen na te denken over nieuwe benaderingen van typografie en letterontwerp.

Verder lezen… 
Bila̕k Peter. De Kracht Van Typografie: Cultuur, Communicatie, Nieuwe Media. Edited by Henk Hoeks and Ewan Lentjes. Arnhem: ArtEZ Press, 2015.

Heller, Steven. “Cult of the ugly.” Looking Closer 1: Critical Writings on Graphic Design, edited by Michael Bierut and Steven Heller, 155-159. New York: Allworth Press, 1994.

Keedy, Jeffrey. “The rules of typography according to crackpots experts,” In Looking Closer 2: Critical Writings on Graphic Design, Vol. 1., edited by Michael Bierut and Steven Heller, 27-31. New York: Allworth Press, 1997.

Keedy, Jeffrey. “The Global Style: Modernist Typography After Postmodernism.” In Looking Closer 2: Critical Writings on Graphic Design, Vol. 1., edited by Michael Bierut and Steven Heller, 27-31. New York: Allworth Press, 1997.
.

 

Auteur info

Kylièn Bergh

Kylièn Bergh is een onderzoeker en grafisch ontwerper. Hij studeerde aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag en volgt momenteel de masteropleiding Design Cultures aan de VU in Amsterdam. Tijdens deze studie onderzoekt hij de rol van het ornament in hedendaags grafisch ontwerp.

Als onderzoeker/ontwerper werkte hij aan projecten voor Het Stedelijk Museum in Amsterdam, Stroom in Den Haag en Museum Rijswijk. Speciaal voor Graphic Matters doet hij verslag van de Paleis Talks.